Botswana is één van de best bewaarde stukken wildernis op aarde, het echte Afrika.  Een land van ongetemde schoonheid, van het schrille contrast tussen de waterovervloed van de Okavango Delta en de kale oppervlakte van de Makgadikgadi Pans, de dorre zandvlaktes en savannes. Het is hier dat de Okavango, een van de machtigste rivieren van Afrika stroomt, niet naar zee zoals het een rivier betaamt, maar doodlopend in het zand van de Kalahari-woestijn om dat ecologische wonder te vormen, de legendarische Okavango Delta. Een steeds wijzigend labyrint van kristalheldere kanalen, meertjes, lagunen en moerassen. Zestienduizend vierkante kilometer blauw water, dichte papyrusbedden en overwoekerde eilandjes.  Een oase voor het wildleven en voor iedereen die houdt van het authentieke Afrika. 

Als toeristische bestemming in zuideljk Afrika is Botswana altijd uniek geweest.  Zijn omvang, isolement en moeilijke bereikbaarheid betekenen een uitdaging voor de gemotiveerde reiziger. Voor velen is de naam Botswana synoniem aan een overvloed aan wild. De Tswana hebben bijna een vierde van hun land behouden als nationaal parkland. Troepen olifanten en grote concentraties buffels bewegen zich over de uitgestrekte mopane- en acaciavlakten. Maar het is vooral de sensatie van de wildernis die diep bij de bezoeker doordringt en een blijvende indruk achterlaat. Wildernis vindt men terug in de smetteloze lucht of in de verdovende stilte van de gitzwarte nacht, in de brandende hitte van de middagzon wanneer het geluid van vogels in de oren schettert en het brein bedwelmt.